Steven Radersma
11 mei 2021, 22:00 • 5 minuten leestijd
Een paardenfokker uit het Westerkwartier vertrok naar Amerika om daar zijn geluk te beproeven. Dat bleek een gouden greep.
‘18 oktober 2016 zijn we uit Nuis vertrokken naar Indiana’, zegt Wim Cazemier aan de telefoon. Hij zit buiten, met een muts op voor zijn boerderij in Spencerville, Indiana. ‘Het is hier nog best fris’, zegt Wim. ‘Maar het weerbeeld kan maar zo heel snel omslaan. Ze zeggen hier wel eens voor de grap: wacht maar, over 5 minuten is het mooi weer.’
Spencerville is een klein, slaperig dorpje, op 10 à 12 uur autorijden ten westen van New York. Op het internet is weinig te vinden over deze plaats, behalve dan dat er in het jaar 1839 een postkantoor werd gevestigd en dat er een overdekte brug is, de enige in DeKalb County.
'Een pompstation en een paar huizen'
‘Hoeveel mensen hier wonen?’, herhaalt Cazemier mijn vraag. ‘Geen flauw idee. Niet veel in ieder geval, Spencerville bestaat uit een pompstation en een paar huizen.’ Als de leegte hem te veel zou worden kan Cazemier de drukte opzoeken in het nabij gelegen Fort Wayne. Die stad is met ongeveer 270.000 inwoners iets groter dan Groningen.
Niet de makkelijkste weg
Het gezin Cazemier bestaat uit Wim, zijn vrouw Marjan en hun zoon Koen (13). ‘Hij heeft de taal razendsnel opgepikt’, zegt Cazemier trots. ‘Binnen zes maanden sprak hij vloeiend Engels.’
Twee oudere dochters van Marjan wonen nog in Nederland: Merel in Groningen en Britt in Nieuw Roden. Cazemier: ‘Het was niet de makkelijkste weg om hier naar toe te gaan, maar het heeft me altijd al getrokken. Je moet hier ook hard werken voor je centen, maar dat vind ik geen probleem.’
De basis voor het Amerikaanse avontuur van de familie Cazemier wordt gelegd in 2003. Wim is dan bij een hengstenkeuring in Kentucky en ontmoet daar zijn toekomstige handelspartner Joe Zehr. De twee kunnen goed met elkaar overweg en na terugkomst in Nederland zegt Cazemier nog wel eens op bezoek te willen komen.
Het duurt nog tot 2006 voor het zover komt: in dat jaar verkoopt de Groninger een hengst aan Zehr en reist hij zelf ook naar de VS. Het is het begin van een lange en bloeiende handelsrelatie.
Amish
Een niet onbelangrijk detail hierbij is dat Zehr deel uitmaakt van de Amish, een protestantse, pacifistische geloofsgemeenschap. De conservatieve Amish hechten waarde aan het gezin, de gemeenschap en ze willen met rust gelaten worden door de moderne wereld. Ze dragen vaak klederdracht en verplaatsen zich niet met auto’s, maar met paard en wagen.
Er zijn ongeveer 224.000 Amish in Noord-Amerika. De meesten van hen wonen in Pennsylvania, Ohio en Indiana. Via John Zehr raken de Amish zeer geïnteresseerd in de (tuig)paarden van Wim Cazemier.
Ze vertrouwen hem en niet ten onrechte. De 53-jarige Groninger heeft de paardenfokkerij met de paplepel ingegoten gekregen. Die jarenlange ervaring betaalt zich uit.
‘Nederland wordt hier gezien als topland als het om paardenfokkerij gaat’, klinkt de stem van Cazemier intercontinentaal door de telefoon. ‘Er is heel veel kennis en knowhow en de infrastructuur is goed. Dat is hier in de Verenigde Staten, ook door de grote afstanden, een stuk minder. Maar je moet je wel bewijzen’, voegt hij er aan toe.
Er zit meer in het vat
En dat laatste doet Cazemier. De zaken gaan goed, maar de paardenman heeft het gevoel dat er nog meer in het vat zit. ‘Kijk’, zegt hij, ‘ik verkocht fokpaarden aan de Amish en dat leverde mooie nakomelingen op. Maar het opleiden, trainen en verhandelen van die nakomelingen is niet hun sterkste punt. Daar zaten ze een beetje mee in hun maag en dus kwamen ze bij mij voor de Nederlandse manier van paarden presenteren.’
Mede daardoor besluit het echtpaar Cazemier naar de VS te verkassen. Het blijkt een gouden greep, want het gaat goed met de handel, niet alleen in Indiana maar ook ver daar buiten. ‘Binnenkort gaat er bijvoorbeeld een paard naar een klant in Canada, vierduizend kilometer verderop. Ik doe ook zaken in Californië en we hebben al eens een paard per vliegtuig naar Kentucky gebracht.’
Jan Brouwer
En zo ontwikkelt een man uit het Westerkwartier zich tot een hippische autoriteit aan de andere kant van de oceaan. Dat zal hij niet gedacht hebben toen hij als jongen van 15 jaar zijn eerste baantje had bij de hengstenhouderij van Jan Brouwer in Marum. Dat is de Jan Brouwer die een Noorse vrouw 4 ton moet betalen omdat de kampioenshengst die hij haar verkocht, last bleek te hebben van hanentred. Sportieve prestaties op hoog niveau zijn door die aandoening niet meer mogelijk en ook is de hengst Handsome O niet geschikt om mee te fokken.
‘Een vreselijk gebeuren’, zegt Cazemier daarover. 'Dit is voor niemand goed. Het is volgens mij nooit zijn intentie geweest een slecht paard te verkopen.'
Toekomst
Gevraagd naar zijn toekomstplannen zegt Cazemier: ‘Ik denk dat we nog wel een tijdje hier blijven. We hadden eigenlijk vorig jaar plannen om de zaak te verbeteren en een nieuwe stal te bouwen, maar toen gooide COVID roet in het eten. De zaken gingen slechter en tot overmaat van ramp kwam mijn vrouw vast te zitten in Nederland toen president Trump een travel ban afkondigde in een poging de verdere verspreiding van corona tegen te gaan. Mijn vrouw was toen net in Nederland. Marjan kon daardoor vijf maanden lang, tussen maart en augustus, niet van Nederland naar de VS komen. Ze verbleef in die tijd bij haar vader in Groningen en bij vrienden in Friesland. Koen en ik hebben de toko hier toen alleen draaiende gehouden. Laten we hopen dat het de aankomende zomer beter wordt en dat we onze plannen alsnog kunnen uitvoeren.’
Lees ook:
Purioso Hoeve moet vier ton terugbetalen: 'Ik snap er helemaal niets van'
Tips van de redactie
Meest gelezen
Sport
Meer sport nieuws